BOUWSTEEN: Onderwijs

BOUWSTEEN: Onderwijs

logo NB3  Onderwijs maakt mensen toekomstbesteding. In de toekomst explodeert het volume aan informatie en kennis. De behoefte en technologie om informatie op te slaan en om kennis toe te passen groeit, waarbij meer taken door technologie ondersteund of overgenomen worden (artifical intelligence). Dit houdt in dat de aard van werk veranderd. Zowel productie-intensieve arbeid als kennisintensieve arbeid wordt anders. Maar ook de omvang van werk verandert. Er zullen banen komen waar we nu nog geen besef van hebben en banen die nu vanzelfsprekend en beslist noodzakelijk lijken, zullen dat in de toekomst niet meer zijn. Mensen worden ouder. Dat impliceert dat de periode waarin mensen werken, of anderszins een zinvolle tijdsbesteding moeten hebben ook langer wordt.

  Het huidige onderwijssysteem leidt mensen op tot leeftijd van ca. 20 jaar of jonger en daarmee gaat men de resterende 50 tot 80 levensjaren mee aan de slag. Aan deze jaren zal door werk en andere activiteiten een goede invulling moeten worden gegeven. Maar het betekent ook dat het onderwijs van nu, in die eerste 20 levensjaren, waarschijnlijk niet of niet voldoende opleidt voor wat mensen de volgende 50 – 80 jaar aan kennis en skills nodig hebben. Dit stelt meerdere vragen aan het onderwijs: waarvoor leidt het op: wat moet men over 50 jaar kunnen? En wanneer leiden we waarvoor op?
  De basis blijft dat kinderen leren lezen, schrijven en rekenen. En daarnaast blijven de meeste schoolvakken de basis leggen voor algemene ontwikkeling en het in perspectief kunnen zetten van alle kennis die men later verkrijgt. De grootste veranderingen zullen moeten plaatsvinden in het onderwijs daarna. Dat onderwijs zal gericht zijn op het vergaren van (diepgaande) kennis en hoe men met kennis omgaat en die verwerkt of toepast. Omdat niet elk individu alle vaardigheden beheerst ontstaan er teams bestaande met verschillende vaardigheden. Het adaptief vermogen zal veel aandacht krijgen; zodat we sneller en gemakkelijker kunnen omgaan met veranderingen. Dat zijn vaardigheden waarvoor vanaf de basis, veel meer dan nu, aandacht moet zijn. In die context is het logisch dat mensen tot ca. 20 jaar breder worden opgeleid, met als eerste eindpunt een startkwalificatie dat op verschillende niveaus kan liggen (afhankelijk van individu) en waarin men vooral met verschillende disciplines in aanraking is gebracht. Verdere verdieping in een specifiek en op het individu afgestemd vakgebied/discipline, volgt daarna om geschikt gemaakt te worden voor de arbeidsmarkt.

  Verdere verdieping en onderwijs na het behalen van het startniveau vereist het goed functioneren in de maatschappij. Daarbij neemt leren vormen aan die passen bij de levensfase van de lerende. Onderwijsinstanties moeten daarop ingericht worden. Zij moeten zoeken naar nieuwe mogelijkheden om de kennis over te brengen, te delen en daardoor te vermeerderen met optimaal gebruik van technologie, plaats, tijd en capaciteit, om disciplines te verbinden, om nieuwe inzichten te verwerven en maatwerk te leveren conform persoonlijke ontwikkelingsplannen met behoud of zelfs verbetering van kwaliteit van het onderwijs. Permanente educatie door elk individu zal gewoon worden, en gedragen/vereist worden door de maatschappij. Naast educatie thuis, op de werkplek of in vriendenkring wordt de school een learning park, waar leerlingen, ouders, leerkrachten, ondernemingen en verenigingen elkaar fysiek of virtueel ontmoeten en kunnen leren. Alle belanghebbenden kunnen er continue (24 uur per dag/7 dagen in de week) terecht om gebruik te maken van de aanwezige faciliteiten en elkaars kennis. Er zijn geen nationale onderwijssystemen meer, maar het geheel is qua kwalificatie internationaal afgestemd. Daarbij zal nadrukkelijk aandacht gegeven worden aan maatschappelijke waarden & normen, vaardigheden als creativiteit en ondernemerschap met accent op vakgebieden als talen, communicatie, technologie, wetenschappelijk onderzoek, engineering en mathematics. Om het leerproces voor elkaar te versterken gaat de wetenschap open; met open data en open toegang tot onderzoek en onderzoekmethoden. De bescherming van intellectueel eigendom zal daarvoor in de nabije toekomst in nieuwe wetgeving moeten worden vastgelegd.