BOUWSTEEN: Bestuur
Nederland is een parlementaire democratie waarin politieke partijen hun belangen tot het uiterste verdedigen en alleen na verkiezingen, verbindingen aangaan met andere partijen in een meerderheidscoalitie. Het resulterende beleid van regering en parlement wordt in wetten vastgelegd. Behalve door de ministeries worden de wetten via provincies en gemeenten uitgevoerd. Door de diversiteit van de samenleving en de lage kiesdrempel ontstaan er vele kleine politieke partijen.
Binnen de EU is er een vierde politieke besluitvorming laag ontstaan die zich bezig houdt met lidstaat overstijgende zaken. Besluiten worden, na parafering in nationale parlementen, uitgevoerd en gehandhaafd door de lidstaten. De uitvoering van supra nationale belangen zoals defensie, buitenlands beleid, milieuzaken en financiële ordening zal meer en meer toegewezen worden aan Brussel.
Het heeft zich dusdanig ontwikkeld dat de regeringsmethodiek in de lidstaten en dus ook Nederland, een andere vorm heeft gekregen. Nieuwe modellen worden ontwikkeld en toegepast om het landelijk bestuur nieuwe impulsen te geven. Voorbeeld hiervan zijn regiobestuurs- en advies organen.
De discussies binnen het ministerie van binnenlandse zaken en de aanpak van bijv. de Deltacommissie (Binnenlands Bestuur 2016, Kuijken) geven aanwijzingen voor een vergaande aanpassing van de bestuursmodellen in de toekomst. De vraag is natuurlijk wel of de kleinschaligheid en competenties van alle gemeenten toereikend zijn om dit spoor te kunnen volgen. Het is te verwachten dat het aantal gemeenten in Nederland zal afnemen van de ca. 400 nu tot 40 – 50 in de toekomst en dat het aantal provincies drastisch zal worden beperkt. Het wetsvoorstel om de burgemeesters niet langer door de Kroon te benoemen maar eerder op basis van een nader in te vullen verkiezingsmethode, en verder deze benoeming niet langer te binden aan een politieke kleur, geeft de drastische verandering van het bestuursklimaat aan in Nederland.
Het is duidelijk dat de bewaking van lokale interesses een zaak blijft van de lidstaten maar de vorm waarin en hoe een andere richting zal krijgen.
In de komende 50 jaar zal mogelijk een discussie ontstaan om de politieke partijen geheel of gedeeltelijk te vervangen door technocraten die gestructureerde initiatieven vanuit het land krijgen aangedragen. Deze discussie zal sneller actueel worden als de toenemende versnippering van het politieke veld doorzet en daarmee de geloofwaardigheid in het politieke bestuur aan de kaak wordt gesteld. Het is niet in het belang van een goed politiek bestuur als politieke vertegenwoordiging in het parlement uitsluitend gebaseerd is op een belang van een specifieke groep. Opinie bouwen voor een specifiek belang kan buiten het parlement plaatsvinden of door het parlement voor onderzoek worden verlegd naar raadgevende commissies.
Versnippering en afnemende geloofwaardigheid zal ongetwijfeld leiden tot een ingrijpende discussie over de vorm van de democratie. Het lijkt dan ook waarschijnlijk dat we in de komende 50 jaar een ontwikkeling van aangepaste governance zullen meemaken. Een goed georganiseerd parlement bevordert het functioneren van de democratie en maakt dat Nederland een sterke en geloofwaardige inbreng in het politieke centrum van de EU verkrijgt.
De hier geschetste ontwikkelingen kunnen resulteren dat in Nederland de gemeenten een grotere verantwoordelijkheid en ook uitvoeringsmacht krijgen. De specifieke regio’s van een (grotere) gemeente krijgen hiermee een andere statuur. Ze zullen hun belangen moeten verdedigen door samenstelling van lokale commissies die de problematiek voorbereiden, voordragen, bediscussiëren en concluderen in onderbouwde voorstellen en die bij het gemeentebestuur, waar die op dat moment ook is gelokaliseerd, aandragen en verdedigen. In de regio’s zullen de politieke partijen alleen via de centrale gemeenteraad vertegenwoordigd zijn en weinig invloed hebben op voorstellen die voor cruciale zaken in de regio’s worden aangedragen. Het wordt dus een bestuur van onderaf die grote verantwoordelijkheid legt bij de uitvoerenden die een goede afspiegeling moeten zijn van alle lagen van bevolking inclusief ondernemers en overige belanghebbenden.
Regionaal en geografische belangrijke zaken worden sturend voor het vaststellen van de visie. De structuur wordt bepalend en is issue/zaak gedreven. Het is bepalend boven stromingen in de samenleving.
Een goed gestructureerde landelijk- en gemeentelijk bestuur staat dan garant voor een combinatie van ‘top-down’ en ‘bottom up’ besluiten die een (meer) harmonieuze invloed van alle personen in de samenleving zeker stelt.